ABN Amro eindelijk winstgevend voor Nederlandse staat

De Nederlandse staat maakt na negen jaar virtueel winst op ABN Amro. Als de aandelen die in het bezit van de staat zijn worden verkocht tegen de huidige beurskoers, wordt het volledige aankoopbedrag terugverdiend.

In 2008 werd ABN Amro voor 21,7 miljard genationaliseerd. De bank stond door de economische crisis op de rand van de afgrond en had de hulp van de staat nodig om te kunnen overleven. Het leek er lange tijd op dat het bijna niet mogelijk zou zijn om dit bedrag volledig terug te verdienen bij een verkoop van de bank. Maar nu de beurskoers flink is gestegen, is dit veranderd. De eerste 216,2 miljoen aandelen zijn verkocht voor 3,8 miljard euro. Voor de tweede pluk van 65 miljoen aandelen is 1,3 miljard euro ontvangen. Van de 21,7 miljard moet dus nog 16,49 miljard worden terugverdiend.

Op dit moment staat de koers op 25,04 euro. Als de staat de overige 658,8 miljoen aandelen tegen die prijs verkoopt, levert dat iets meer dan 16,5 miljard op en wordt er dus winst gemaakt.

ABN Amro kost nog steeds geld, maar levert ook wat op

In de werkelijkheid zijn er diverse kosten en opbrengsten die komen kijken bij zo een verkoop. De winst van de staat is vooralsnog dus een virtuele winst. Er is bij de overname van ABN Amro door de staat een lening van ruim 44 miljard aan de bank verleend. Daar heeft de staat toentertijd zelf ook voor geleend en over die lening moet rente worden betaald.

ABN Amro kost de staat niet alleen geld, maar levert ook aardig wat op. De bank keert sinds 2015 ruim 1,6 miljard euro aan dividend uit. Daarnaast keert ABN Amro rente uit voor leningen die bij de overname zijn afgesloten. De betaalde rente bedraagt een kleine twee miljard. De kosten die de staat heeft gemaakt en nog steeds maakt ontlopen de opbrengsten van ABN Amro bijna niet. Daarom worden deze in de berekening van de virtuele winst niet meegenomen.

About Post Author

Hans Van Amsterdam

See author's posts