Draghi moet beleid toelichten aan Tweede Kamer

Mario Draghi komt vandaag een bezoek brengen aan de Tweede Kamer. De directeur van de Europese Centrale Bank kom uitleg geven over het beleid.

Draghi kan rekenen op een aantal kritische vragen van de Kamerleden. Omdat de ECB veel staatsobligaties opkoopt wordt er een lage rente gecreëerd. Deze lage renten heeft grote gevolgen voor Nederlandse pensioenfondsen en spaarders. Voor spaarders geldt dat zij nauwelijks rente ontvangen op hun spaargeld. Pensioenfondsen moeten bij het vaststellen van de dekkingsgraad uitgaan van een lage rekenrente. De dekkingsgraad is belangrijk voor de pensioenfondsen omdat het een verhouding tussen het beheerd vermogen en wat er in de toekomst aan pensioenen moet worden uitgekeerd.

Het bezoek van Draghi stond eigenlijk al voor februari op de planning, maar dit bezoek is wegens ‘onvoorziene omstandigheden’ afgezegd. Het idee voor de uitnodiging komt van Arnold Merkies van de SP. Ook andere partijen willen graag vragen stellen aan de directeur van de ECB. Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA) wil bijvoorbeeld vragen stellen over de schade van 100 tot 200 miljard euro in de pensioensector. Die is volgens Omtzigt door het beleid veroorzaakt.

Veel meer dan vragen stellen kan de Tweede Kamer niet doen. De ECB opereert onafhankelijk en regeringen mogen de besluitvorming niet proberen te beïnvloeden. De Kamer heeft dus weinig ruimte om het beleid van Mario Draghi aan te passen.

Beleid Draghi zorgt alleen voor geklaag

Uit cijfers van De Nederlandse Bank (DNB) blijkt dat Nederlanders gewoon blijven sparen. Ondanks de extreem lage rente, halen de Nederlanders hun spaargeld niet weg bij de banken. Er wordt wel geklaagd door spaarders, maar dus geen actie ondernomen.

In november 2016 is er een omslagpunt bereikt: de inflatie is sindsdien hoger dan de hoogste variabele spaarrente. Het gevolg hiervan is dat de koopkracht van het spaargeld afneemt. In Nederland is het spaargeld waarvoor de variabele rente voor geldt ongeveer 290 miljard euro. In de afgelopen vijf maanden was het verschil tussen de inflatie en de variabele spaarrente gemiddeld 0,8 procent. Over een periode van vijf jaar zou dit betekenen dat de koopkracht voor de 290 miljard euro daalt met liefst 2 miljard euro.

About Post Author

Hans Van Amsterdam

See author's posts